donderdag, november 24, 2005

Mannen in pakken

Raar is dat toch, dat je zo gevormd kan worden door de boeken die je leest. Ik heb jaren lang, voornamelijk tijdens zomervakanties, vele bundels gelezen met spannende en enge verhalen. Verhalen die leiden naar een spannend of gruwelijk einde. Waar een moord wordt opgelost of het spook ontmaskerd. Verschillende gebeurtenissen doen de oppervlakkige personages naar een climax toewerken.


Enkele weken geleden las ik het boek van David de Poel “Mannen in pakken”. Een boek met korte verhalen. Verhalen die lezen als een trein. Heerlijk voor het slapen gaan. Die eigenlijk iets te lang zijn als je jezelf voorneemt vroeg naar bed te gaan.

Er waren geen spannende complotten, monsters of moordenaars te vinden. Geen huiveringwekkende climaxen of grootst opgezette verhaallijnen. Het waren juist werkjes die boeiend waren door het kleine, het bijna intieme. Een bepaalde gebeurtenis of ontwikkeling.
Het einde van het eerste verhaal zag ik wel al een beetje aankomen en niet alle verhalen vond ik even geweldig. Bij het eerste verhaal wachtte ik eerlijk gezegd nog op een spetterend slot. Deze kwam niet, maar het verhaal was wél af. En met een tevreden gevoel kon ik elke keer weer gaan slapen.


Dit tevreden gevoel kreeg ik ook bij het lezen van “De vrouw die om zes uur kwam” uit de bundel “Verhalen van Gabriel García Márquez”. Een verhaal waarvan je denkt hoe het toch mogelijk is om zoiets op zo’n bijzondere manier te beschrijven. Een niveau wat ik nooit zal bereiken, maar wie weet voor David de Poel…. "Mannen in pakken" heeft me in ieder geval wel gestimuleerd om ook meer in de korte verhalen te duiken. En dat is toch zeker geen bescheiden compliment. Als een boek stimuleert tot meer lezen, dan heeft het toch zeker wat bereikt.

zondag, november 06, 2005

En dat is 600...

Hoewel ik vrij chaotisch ben en mijn kamer soms (of eigenlijk regelmatig) op een slagveld lijkt, vind ik het altijd erg leuk om ordelijke lijstjes te maken. Wellicht is het ook meer een noodzaak. Zo heb ik ook van mijn boeken een lijstje gemaakt. In een speciaal programma houd ik bij wat ik allemaal heb. Het kostte even voordat ik alles had ingevoerd. Zeker omdat mijn boeken over twee locaties zijn verspreid. Ik probeer het nu netjes bij te houden en gelukkig lukt dat ook aardig. Ik streef ernaar om een boek op de dag van aanschaf meteen in te voeren.

Zo ook enkele dagen geleden. Ik kwam thuis en ik zag een pakketje in mijn postvak liggen. Ik had het al enige tijd verwacht en nu was het er eindelijk. Meteen mijn computer aangezet om het in te voeren en toen zag ik dat ik een mijlpaaltje had bereikt. Mijn collectie bestaat nu uit 600 boeken. Voor sommige onder jullie wellicht een peulenschil, maar voor een student is het toch aardig wat.

Het boek is ook nog vrij toepasselijk en zeker een 600ste plek waardig. Het is het boek Bibliotheken van Boudewijn Büch. Hoewel het boek niet in de meest geweldige staat is, ben ik blij dat ik het heb. Weer een titel in mijn kleine verzameling Büch die waarschijnlijk nooit compleet zal zijn. Daar ben ik vrij realistisch in, maar het reguliere werk zou toch wel moeten lukken.



Bij het bladeren viel me meteen het papier op en de vele foto’s. Ik ging door naar de index en als bioloog kwam ik al snel bij Darwin terecht. Ik werd verwezen naar bladzijde 71, betreffende de Artis-bibliotheek. Vrij bovenaan de pagina stuitte ik op het volgende zinnetje: “De ordening van de Artis-bibliotheek is dan ook wel heel bijzonder: namelijk op grootte (hoogte)”. Dit vond ik al meteen erg leuk omdat mijn eigen boeken ook al lange tijd op hoogte gesorteerd hebben gestaan. Hoewel er nu wel enige indeling in onderwerp is, blijft deze ordening in mijn collectie aanwezig. Vele boeken bevinden zich in een horizontale positie vanwege het ruimte gebrek (staand is een plank sneller vol). Een ordening op grootte is dan om praktische redenen de beste. Bovendien oogt het ook beter.

Even verder lees ik in het stukje over de Linnaeus-kast en de inhoud: “Niet alleen het jongensboek Linnaeus, een leven vol bloemen (uit de reeks ‘Geschiedenis voor jonge mensen’ – ik genoot er van in mijn jongensjaren) en Knut Hagbergs Carl Linnaeus, de bloemenkoning…”. Meteen begon mijn hart harder te kloppen van blijdschap. Beide genoemde boeken bezit ik zelf. Een klein jaar geleden heb ik ze aangeschaft bij de Slegte. Beide afkomstig uit de bibliotheek van Boudewijn. De laatste zelfs met een boodschap aan Boudewijn! Alleen al deze bladzijde maakt het al een aanwinst in mijn eigen bibliotheek.