buch dag 2007
De reis naar de Internationale Boudewijn Buchdag was dit jaar anders dan voorgaande jaren. Niet uit Gelderland en niet met de trein, maar met de auto vanuit Groningen. Ook in Amsterdam zelf was de locatie anders dan voorheen. Dit jaar zou voor het eerst het nieuwe gebouw van de OBA de plek zijn van lezingen en boekenplezier.
Met Bert van Vaan, die ik tegenkwam in de metro naar Amsterdam CS, liep ik naar het nieuwbouwlocatie. Enige twijfel bestond of we op de goede plek uit zouden komen. Beiden wisten niet hoe het nieuwe bibliotheek er uit zou zien en ook de bewegwijzering ontbrak. Gelukkig stond voor het fraaie pand de bakfiets van XX-uitgevers om de locatie te bevestigen.
We kwamen de imposante hal binnen, waar de met lichtbakken voorziene roltrappen meteen de aandacht trokken. De blik gleed vervolgens over de diverse witte kunstvoorwerpen naar de grootse en speels ingericht kinderafdeling. Via de roltrappen vervolgden we onze weg naar de bovenste verdieping. Links en rechts zagen we de mooie boekenkasten met fraaie verlichting. Alles zag er nog lekker “crisp” uit. Een bijzondere staat van nieuwe objecten die je het liefst zo lang mogelijk wilt behouden, maar onvermijdelijk zal verdwijnen.
Een laatst brede houten trap leidde naar de bovenste verdieping waar zich het restaurant bevond met een prachtig uitzicht over de stad, maar belangrijker nog het theater, waar de lezingen zouden plaatsvinden. Een mooi podium en een oplopende zaal met vele rijen comfortabele stoelen. Door de grotere capaciteit van de zaal leek de belangstelling dit jaar een stuk minder in vergelijking tot voorgaande edities, wat achteraf niet zo bleek te zijn.
Na de opening was het aan Karin Piters om de schrijver van het zesde deel in Büch en geen einde, Roy de Beunje, te interviewen over zijn passie voor Napoleon. Roy leek niet helemaal op zijn gemak en sprak niet ongeremd over zijn verzamelwoede. Hij kwam bij mij over als iemand die puur voor eigen plezier verzamelt en liever in zijn collectie vertoefd dan er over praat. Niks mis mee natuurlijk. Verzamelen doe je in eerst instantie voor eigen plezier.
Hierop volgde een presentatie over Spinoza. Een droge oratie over een onderwerp dat mij niet kon boeien. Ik sluit niet uit ik even ben weggedommeld, wat op zich ook welkom was na een lange reis. Voor mij zat een vrouw die speciaal voor dit onderwerp was gekomen, wat weer benadrukt hoe divers Boudewijns interesses waren en hoe het zoveel mensen kon aanspreken.
De lezing over de dodo sprak mij echter wel weer enorm aan en deed mijn biologenhart sneller kloppen. Met een grote hoeveelheid beeldmateriaal probeerde Jan den Hengst de heersende denkbeelden omtrent de dodo te weerleggen. Op sommige punten vond ik de argumentatie niet heel sterk, maar veelal ook wel. Een erg boeiende presentatie waardoor ik zeer uitkijk naar het lezen van zijn boek “De dodo, portret van een pechvogel”.
Als laatste kwam Warhol aan de orde. Een kunstenaar die regelmatig terugkomt bij het lezen en bekijken van Buch. Voorheen bleef het daarbij, maar dankzij deze lezing ben ik meer te weten gekomen over het leven en werk van Warhol. Een lezing die mijn interesse en nieuwsgierigheid prikkelde waardoor ik toch wel meer wil weten over deze markante figuur.
Met een tas vol boeken, een hoofd vol nieuwe impressies en in het gezelschap van Jan den Hengst liep ik terug naar het centraal station. Na een geslaagde Buchdag kon ik weer tevreden aan de lange weg terug naar huis beginnen.