donderdag, september 22, 2005

Miauw

Afgelopen weekend was ik weer eens bij Huub Baar op de markt in Wageningen. Ik loop er regelmatig binnen. Mijn oog werd dit keer gevestigd op het boekje Miauw van Midas Dekkers. Ik had het boekje ook al in Deventer gekocht, maar dit keer was het in een andere uitgave. Ik heb ontdekt dat bij verschillende boeken van Midas de uitgaven wel eens willen verschillen in kleur van de letters op de kaft, vrij miniem dus, maar hier was het verschil toch wel duidelijker.

Links de 2e uitgave, bij Bert Bakker. Rechts de 5e herziene en uitgebreide uitgave bij Contact. Het boekje viel me vooral op door de harde kaft. Zeker omdat het grotendeel wat ik heb van Midas zachte kaft is. Slechts het kinderboekenweekboek "Houden beren echt van honing?" bezit er een (gesigneerd door zowel Midas als Thé Tjong-Khing (op het boek ontbreekt zowel accent als verbindingsstreepjes, al komt dit vaker voor)).

Ook opvallend was dat er was gewisseld was van illustrator. Bij het eerste boek waren de tekeningen van Wibo, hiervan twee in de blog. In het nieuwe boek mocht Maus Slangen de tekeningen voor zijn rekening nemen. De tekeningen van Maus Slangen versieren vele bundels van Midas.

Wibo (Wim Boost, 2/7/1918 - 1/8/2005) werkte enige tijd bij de bekende Toonder-Geesink studio's en is onder andere bekend geworden als cartoonist in de volkskrant, waarvoor hij maar liefst 8888 cartoons tekende.

Van Maus Slangen kan ik minder informatie vinden. Hij is verbonden (geweest?) met Toneelgroep Amsterdam als decorschilder en acteur.

Terug naar het boekje. Miauw bestaat uit 38 (36 in de vroege uitgave) korte verhalen over het lievelingsdier van Midas, de poes. Met twee pagina's per verhaal is het een leuk boekje voor tussendoor. Het is duidelijk te merken dat dit vroeg werk is, de verhalen zijn niet bijzonder origineel of onderhoudend, al is in enkele verhaaltjes toch al duidelijk de unieke manier van verbanden leggen te ontdekken. Vooral dit maakt voor mij de verhaaltjes van Midas leuk om te lezen. Zeker niet een topstukje, maar ja als verzamelaar hoort het toch in de collectie.

vrijdag, september 16, 2005

Büch in Wassenaar

Een zonnige zondagmiddag in villadorp Wassenaar. Een brede laan met aan weerszijde grote oude bomen, volop in blad. Bij het passeren probeert een boomkruiper verstoppetje te spelen door mee te draaien aan de andere kant van de boom. Een klein meisje met strikjes in het haar komt mij tegemoet op haar kleine rode kinderfietsje. Aan de overkant van de straat staat een vrouw in polo haar cabrioletje te wassen terwijl haar kleine hondje, in pakje uiteraard, om de auto rent spelend met de vlokken schuim die af en toe naar beneden dwarrelen. Enkele tientallen meters voor mij komt een meneer een afrit aflopen. Zijn telefoon rinkelt in zijn kaki katoenen broekzak. Met een zwierig gebaar haalt hij het nog glimmende toestel tevoren, niet in de gaten hebbend dat hij gelijkertijd een tee meeneemt uit zijn zak, die tussen de licht bemoste stoeptegels blijft liggen.

Dit beeld had ik voordat ik naar Wassenaar ging. Op zoek naar de woningen van Boudewijn Büch. Komend vanuit het zuiden passeer je lange tijd het dorp. De weg is druk en er staan bijna meer flitspalen dan bomen. Ook bij het binnenkomen van het dorp valt de enorme verkeersdrukte me op. Ook de villa’s zie ik niet. Het zijn voornamelijk rijtjeswoning die ik aan weerszijde zie. Ook de Van Zuylen van Nijeveltstraat ziet er eenvoudig uit. Het is een zeer lange straat en dus ook wel enige variatie, maar het grotendeel zijn eenvoudige oudaandoende rijtjes huizen.
Zo ook het huis op nummer 165. Het is een hoekhuis in donkere baksteen en in het betegelde voortuintje staan twee kliko’s en een groot bord Te Huur. Hoewel ik zelf niet de behoefte voel kan ik me voorstellen dat een echte Büch fan meteen een afspraak zou maken met de verhuurder. In dit huis beleefde Boudewijn zijn eerste tien jaar van zijn leven. Geboren op 14 december 1949 en verhuisd in 1959.

Een verre verhuizing was het overigens niet. Slechts enkele honderden meters verderop vinden we het huis met nummer 291. Een wat vriendelijker ogend huis met creatief metselwerk. De tuin met wilde begroeiing wordt gescheiden van het trottoir door een metalen buizenhekje. Het ziet er vrij oud uit en het zal me niets verbazen als Boudewijn vroeger regelmatig tegen het zelfde hekje duwde. In dit huis groeit Büch verder op totdat hij in 1968 naar de Langebrug in Leiden vertrekt.

De Jonkerlaan voldoet meer aan het beeld wat ik in eerste instantie beschrijf. Achteraf kom ik er ook achter dat het de beschrijving is van deze staat die Frans Mouws beschrijft in zijn boek die mij dit beeld gaf. In deze straat staan wat grotere vrijstaande huizen. Vol met geparkeerde huizen en ook vrij druk met mensen. Er wordt in de tuin gewerkt en op straat staan her er der mensen met elkaar te praten. In deze straat vinden we ook het huis waar Paul Westgeest heeft gewoond. Een jeugdvriend van Boudewijn.


Ik vervolg mijn weg naar de scholen waar Büch zijn jeugd heeft doorgebracht. Als eerste kom ik langs de plek waar de Karel Doorman Mulo heeft gestaan. Op de plek aangekomen zie ik een hek staan met daarachter een braakliggend terrein. Even later kom ik te horen dat de school een half jaar eerder is gesloopt. Dit hoor ik van de man die ik tegenkom voor het gebouw van het Van Heeckerenhuis. Ik spreek de man aan om te vragen of hij weet of het gebouw vroeger de St. Willibrordusschool heeft gehuisvest. Hij weet het niet zeker, maar aangezien de straat vrij klein is moet het het goede gebouw zijn. We komen aan de praat en als mijn speurtocht ter sprake komt, vertelt hij mij dat hij samen met Theo van Gogh op school heeft gezeten en dat na zijn dood hij verschillende malen is benaderd door de pers voor rapporten van Theo. Ik ben dus niet de enige die in Wassenaar op zoek is naar het verleden.
Als afsluiting van de dag rijd ik de bebouwde kom van Wassenaar uit richting het strand. Een mooie brede duinstrook en dan de grenzeloze zee. Heerlijk uitwaaiend laat ik de ervaringen van voorgaande dagen bezinken.

vrijdag, september 02, 2005

Tweede studie

Na zo'n twee jaar thuiszitten en uitzendbaantjes heb ik besloten om een tweede studie te gaan doen. Na een hectische week van gebel, geregel en een hele berg formulieren is de inschrijving rond. De komende twee jaar zal ik bezig zijn een Masterdiploma te halen in de Geo-information Science. Wat dit voor gevolgen heeft voor deze blog weet ik niet. Hoge kosten en diepe schulden zullen echter mijn koopgedrag moeten beperken. Of ik nog veel aan lezen toe ga komen zal de tijd leren...

donderdag, september 01, 2005

Nieuwe stats

Kijk ik net even in de statistieken. Blijkt ten eerste dat Nedstats is veranderd in webstats4u. Daarnaast ontdek ik dat er een top 1000 is van literatuur, waar mijn blog ook in valt. Waarschijnlijk heb ik dit ooit opgegeven. Ik kijk dus waar ik sta. Slechts een 749e plek, maar wie staat er één plek boven mij... The Blue Poet Society! De website van het Boudewijn Büch Genootschap. Toeval?

Leiden/Wassenaar – dag 2

Mijn tweede dag in Leiden stond in het teken van een andere hobby van mij. Vleesetende planten. De Nederlandse vereniging voor vleeseterliefhebbers Carnivora organiseerde in de Hortus een tentoonstelling. Deze dag was ook de ledenbijeenkomst, met verkoop van planten en lezingen.
Hoewel de ruimte beperkt was hadden ze een zeer mooie tentoonstelling weten te creëren met schitterende exemplaren van de verschillende soorten vleeseters. Deze dag waren twee lezingen gepland. De eerste van Gert Hoogenstrijd. Nog een echte avonturier die niet op vakantie gaat, maar op een heuse expeditie. Alleen of met een vriendin bezoekt hij regelmatig tafelgebergtes in Zuid-Amerika. Met lokale gidsen een klim- en trektocht om het plateau van de tafelberg te bereiken. Waar dan weer verschillende vleeseters groeien. Wellicht heeft hij er zelfs een geheel nieuwe groep vleeseters ontdekt! Echte ontdekkingsreizigers bestaan dus nog!
De tweede lezing ging over het aanleggen van een vleesetertuin. Hoe je in je eigen tuin een stukje hoogveen kunt creëren. Erg interessant, ook al zit je zelf in een flat op zeven hoog. Tenslotte nog twee planten gekocht voor mijn eigen collectie en daarnaast een boekwerkje van de hand van eerder genoemde Gert. Hierover een andere keer meer…

Na de vleesetertentoonstelling ben ik nog even naar het volkenkundig museum gegaan. Een erg mooi museum met een zeer geslaagde manier van de objecten te exposeren. Echter is anderhalf uur erg weinig om alles te zien. Slechts een enkel stuk gelezen en verder alleen gekeken. Het lukte net om alles te zien. Uiteraard kon ik voor twee euro de museumgids niet laten liggen. Kan ik toch nog de nodige informatie achteraf hierin opzoeken, verrijkt met stukjes van Boudewijn Büch!