dinsdag, augustus 01, 2006

De afgelopen tijd heb ik verschillende uitstapjes gemaakt. Één daarvan was naar de Belgische universiteitsstad Leuven. Een prachtige stad, met rijk versierde oude gebouwen die een hoop geschiedenis uitstralen. Op de Grote markt staat het stadhuis , gebouwd in de stijl van de Brabantse gotiek. Naar mijn smaak een tikkeltje overdreven. Het leuke is dan weer wel dat je gewoon naar binnen kan lopen en met enige brutaliteit voorbij de bordjes verboden toegang loopt.

De oude markt bevalt me dan een stuk beter. Een mooi plein vol met cafés en terrasjes, waar je dan natuurlijk ook gebruik moet van maken. Als je in het buitenland bent moet je toch iets van de cultuur meenemen. Op dit plein kreeg ik het gevoel terug wat ik ook in La Paz had. Het gevoel van de bruisende stad. Een gevoel van levendigheid dat je door heel je lichaam voelt, een fantastisch gevoel wat moeilijk te beschrijven valt.

We vervolgen onze weg naar het Ladeuzeplein, waar een kunstwerk van Jan Fabre voor de Centrale bibliotheek prijkt en een mooi contrast vormt met de bibliotheek. Na de eerste wereldoorlog kwam vanuit Amerika het initiatief om een nieuwe bibliotheek te bouwen. Dit leidde tot de Centrale bibliotheek van de Katholieke Universiteit. Een prachtig gebouw, gezien de jonge leeftijd. Met behulp van de studentenkaart van een vriend kan ik naar binnen.

Ik begeef me naar de grote leeszaal. Deze is ingericht door architect Henry Lacoste. De trappen en balustrades zijn gemaakt uit bewerkt hout. Op zich knap gedaan, maar het heeft het allemaal net niet. Waarschijnlijk door de leeftijd, of eerder het gebrek eraan, mist het een bepaalde uitstraling. De grote zaal bevat voornamelijk naslagwerken. Door wat te dolen door de gangen met grote deuren en spannende wenteltrappen kom ik nog langs verschillende gespecialiseerde collecties. Echter staan mijn vrienden buiten te wachten, dus verlaat ik het gebouw maar.

Aan het einde van de dag besluiten we nog wat uit te rusten in het parkje. Ik zelf loop nog het gebouw van dierkunde binnen. Een vrij onopvallend gebouwtje. Mijn Belgische vriend zei echter dat er een of ander groot zeebeest te zien zou zijn, wat mijn nieuwsgierigheid natuurlijk wel prikkelde. Direct bij binnenkomst stap je een slecht verlicht zaaltje in. Aan weerszijden half lege vitrines, met de meest uiteenlopende beesten. Netjes gerangschikt volgens de verschillende families en geslachten. Boven me hangt inderdaad een reusachtig zeebeest. Het skelet van een walvis (de soort is me ontschoten). Aan het ene uiteinde van de zaal staat een mooie grote vitrine met een verzameling vertebraten. Aan het andere uiteinde is het waar ik echt verbaasd ben. Een echte Coelacanth. Dé vondst op biologisch gebied van de vorige eeuw. Daar staat hij dan. In een duister zaaltje in Leuven. Net als toen hij in leven was, een verborgen leven leidend.