donderdag, augustus 25, 2005

Büch in Leiden - deel 1

De tent staat klaar, kleren zijn gepakt. Een klein plattegrondje van het centrum met boekhandels, hofjes en Büch-woningen ligt gereed en met een beschrijving van routenet kan het langweekend beginnen. De reis verloopt spoedig en al snel passeer ik het bordje bebouwde kom Leiden. De wegwijzers houden al vrijsnel daarna op met de dezelfde informatie te geven als mijn routebeschrijving meldt. Dan maar richting centrum en de P-route volgen. Ik had een mooie parkeerplaats uitgezocht en zou er zo toch wel moeten komen.

Ik prijs mij gelukkig met de kleine en wendbare auto die ik kon lenen van mijn moeder. Leiden is behoorlijk chaotisch op het gebied van verkeer en ik zal zeker menig voetganger hebben genegeerd op de talloze zebrapaden. Hoewel ik af en toe ook uiterst galant ben. De verschillende parkeergarages gaan aan mij voorbij in de hoop de geplande parkeerplek te vinden. Helaas staat deze nergens vermeld. Uiteindelijk kom ik terecht bij het centraal station. Ik weet dat ik westelijk van het station moet zijn. Een noordelijke passeerpoging strandt in een doodlopende weg. Een zuidelijke poging brengt mij via smalle straatjes in een mooi rondje weer terug bij Leiden centraal. Gelukkig staan door Leiden de nodige plattegronden geplaatst waardoor het me na ruim een half uur rondrijden toch lukt.

Na geparkeerd te hebben, een appelflap en wat fris genuttigd te hebben, sla ik mijn rugzak om, gevuld met fotocamera, GPSr en het nodige papierwerk. De eerste stop is Kruisstraat 10. De eerste plaats waar Boudewijn bij de commune De Bange Duivel introk. Iets van het centrum verwijderd ligt het in een stukje Leiden met leuke artistieke winkeltjes. De Kruisstraat is een rustig straatje. Aan weerszijde Leidsche paaltjes (heten ze zo?) en her en der een boompje.
Voorover hangend in de straat is het pand op nummer 10. Een oud monumentaal pandje wat er verlaten en oud uitziet. De ramen zijn bedekt met luxaflex en rolgordijn en lijkt onbewoond te zijn. In 1972 trok Boudewijn hier in. Het is niet verwonderlijk dat de woongroep door groei het pand moest verlaten, want het ziet er erg klein uit. Naast de deur hangen echter wel twee deurbellen. Wellicht is het huis toch groter dan het lijkt. Al zijn studenten snel tevreden met enkele vierkante kilometers.

Ik vervolg mijn weg naar het centrum. De Haarlemmerstraat vormt een lange onaantrekkelijke winkelstraat. Net als de meeste grote steden vind je hier de gebruikelijke winkels en weinig bijzonders. Aangekomen bij nummer 71, Boudewijn woonde er boven een slager in 1969 en 1970, zie ik een nieuw ogend pand. Mijn vermoeden is dat de oude woningen zijn neergehaald. Echter na wat zoeken op internet kom ik een Jugendstilwandeling tegen met daarin het volgende stukje.

Haarlemmerstraat 69-73

Dit pand, ook wel het Volkshuis genoemd, is eind 19de eeuw gebouwd als plaats voor “Verhoogening van de ontwikkeling, beschaving en het levensgeluk onder de arbeidende …klassen”. Het pand loopt aan de achterzijde helemaal door tot op de Apothekersdijk, reden ook voor de bouw op die plaats want zo kwam het Volkshuis symbolisch op de grens tussen rijk (de Haarlemmerstraat) en arm (de Apothekersdijk was een mindere straat) te staan. De winkels aan de zijde van de Haarlemmerstraat zijn er altijd geweest want het was de opzet met de huuropbrengsten ervan het Volkshuiswerk te financieren. Het pand is in 1898 door W.C. Mulder ontworpen in de stijl van de Overgangsarchitectuur met Jugendstil en Berlagiaanse stijlelementen. De voorgevel heeft één smalle en vier brede etalageruiten gevat in granieten pilasters met basement en een kapiteel waarvan de ribben gekromd zijn. De stalen lateien zijn zichtbaar gelaten en voorzien van klinknagels. In tegenstelling tot de voorgevel van het Volkshuis die in neo-renaissancestijl is uitgevoerd om de educatieve functie van het gebouw te benadrukken is in de winkelpuien in de Haarlemmerstraat een strakke vorm van de Jugendstil toegepast, die meer aansloot bij de elegante wereldlijkheid van de consumptiemaatschappij van de eeuwwisseling.

Na het bezoeken van enkele hofjes kom ik uit in de Koningstraat. Hiervoor passeer ik eerst een redelijk stijl bruggetje. Twee oudere mensen gaan met een elektrisch karretje er ook over. De man is er snel overheen, maar de vrouw blijft bovenaan staan. Angstig kijkend in de diepte. Na wat voorzichtige pogingen komt ze beneden aan en vervolg ik mijn weg.Nadat de commune De Bange Duivel te groot werd voor het eerder beschreven pand is de groep verhuisd naar deze straat. Op nummer 30a (linker helft op de foto) woonde Boudewijn slechts enkele maanden. De woongroep staat beschreven in het boek Links!.

Mijn laatste adres dat ik lopend kan doen is de Langebrug. Ik heb alleen geen huisnummer en weet dus niet precies waar ik moet zijn. Het is een vrij lange smalle straat. Mooie oude huizen en her en der een leuk klein winkeltje. Niet zo heel ver van het lelijke centrum straalt dit straatje veel meer karakter uit en laat de mooie kant van Leiden zien. In deze straat bevindt zich ergens het eerste Leidse huis van Boudewijn die hij betrok in de zomer van 1968. Ook hier bleef hij niet lang en verhuisde al snel naar de Haarlemmerstraat.

Mijn zoektocht te voet zit erop en ik ga na wat andere bezichtigingen terug naar de parkeerplaats. Bij de parkeerautomaat staat een kaart van Leiden en zo kan ik mijn route uitstippelen voor het vervolg per auto. Daarover volgende keer…

3 Comments:

At 6:07 p.m., Blogger Bibliofilos said...

Heel leuk, zo in Buch's voetsporen...erg leuk stukje! Ik kijk uit naar deel 2!

 
At 10:35 a.m., Blogger woordenaar said...

wat is die man vaak verhuisd!

 
At 3:02 p.m., Blogger Unknown said...

Mis de witte singel, nummer weet ik niet, ik denk 17 . Was een rij gekraakte huizen waar bo ook een kamer had, vol met boeken .was rond 1970, in de tijd van jointjes roken bij de boeda’s

 

Een reactie posten

<< Home