zondag, augustus 28, 2005

Herkomst: Boudewijn Büch

Zojuist gelezen het boek van Bert Sliggers bij de tentoonstelling in Teylers museum. Een erg interessant boek bij een aardige tentoonstelling. Inderdaad slechts een aardige tentoonstelling en naar mijn idee minder boeiend dan die in het Natuurmuseum te Rotterdam. Dit heeft verschillende redenen. Ten eerste was het de keuze van Boudwijn zelf wat we te zien kregen in Rotterdam, waarbij hij kon kiezen uit zijn hele collectie. Een persoonlijke keuze en dus een persoonlijke tentoonstelling. Teylers mocht maar een beperkte keuze maken. Hierdoor kwam de nadruk bij Teylers vooral op boeken te liggen. Vooral dit laatste is een belangrijke reden dat het een stuk minder aantrekkelijk was.
Het is natuurlijk een beetje vreemd om te zeggen dat boeken niet aantrekkelijk zijn in een blog over boeken. Echter vind ik boeken niet geschikt om tentoon te stellen. Een boek moet je vasthouden, doorbladeren, voelen maar vooral lezen. Een boek achter glas komt niet tot zijn recht. In een museum moet je je kunnen verwonderen zonder al te veel te hoeven lezen. Als je boeken achter glas zet gaat dat nu eenmaal niet.
Tenslotte door de beperkte keuze die Teylers mocht maken zijn alleen (lees voornamelijk) zeer bijzondere objecten gekozen. Maar juist de minder bijzondere dingen maakten naar mijn mening Boudewijn Büch. Het is niet moeilijk een zeer zeldzaam boek te koesteren waar je vele duizenden euro’s voor hebt neergelegd. Het zijn juiste de eenvoudige dingetjes. Ik kan me een vitrine vol pinguinprullaria herinneren. Als je het zou zien liggen op een rommelmarkt zou je gewoon doorlopen. Of een verzameling boekjes met een bijzondere vorm. Of een collectie met allerlei uitgaven van Robinson Crusöe. Van juist dit soort dingen kan ik genieten en zegt naar mijn idee meer over de eigenaar.

Als afsluiting nog een grappig dingetje. In het voorwoord vertelt Marjan Scharloo, directeur van Teylers, waaraan de keuze uit Büchs collectie moest voldoen. Ik citeer: “Ten tweede moesten ze voldoen aan de museale kwaliteitsnorm, dat wil zeggen dat de voorwerpen op zichzelf de moeite waard moesten zijn en niet uitgekozen worden omdat ze door Büch verzameld werden.” Vervolgens kom ik de volgende objecten in het boek tegen. Fossiele visjes gekocht door Boudewijn in Teylers eigen museumwinkel. Als je ze zo graag in de collectie wilt, waarom verkoop je ze dan? Een opgeplakt exemplaar van het Linnaeusklokje. Een plantje dat ook in Nederland groeit. Museale kwaliteit? Enige betekenis zonder de link met Boudewijn? Vervolgens kom ik bij het bekende dodobotje terecht. Bert Sliggers zegt bij de begeleidende tekst, na te hebben gemeld dat Büch moet hebben geweten dat het niet afkomstig is van de dodo, het volgende: “Maar het bleef voor hem [Büch] en dus voor ons een dodobotje.” In hoeverre kan je dan het museum nog serieus nemen? Ook valt te twijfelen bij de waarde van het kistbeslag van Petrus van Musschenbroek. Tenslotte als toppunt een drietal blaadjes van de Ginkgo biloba. Als je wilt beweren dat de keuze aan bepaalde criteria moet voldoen, kom dan alsjeblieft niet met drie blaadjes aan die ik zo ook beneden aan mijn flat kan plukken.

3 Comments:

At 8:42 a.m., Blogger Bibliofilos said...

Heb je de tentoonstelling zelf ook bezocht? Ik ben er van de winter geweest en ik vond het toch wel interessant zoveel van Buch bij elkaar te zien. Veel indruk op mij maakten de kleine grafschilderijtjes die Buch in zijn bezit had gemaakt van haar van overledenen. Behoorlijk luguber. Inderdaad boeken hoor je vast te houden, maar zeldzame boeken daterende uit de 16de eeuw mogen van mij best in een vitrine blijven liggen, beschermd tegen de hebberige vingertjes van velen. Ook vond ik het Teylers Museum voor de rest zeer interessant en een prachtig gebouw. Met het boek over Buchs tentoonstelling heb ik ook even in handen gestaan, toch niet gekocht. Een tentoonstelling moet je zien, niet in een boek, maar met eigen ogen.

 
At 2:30 p.m., Blogger Rick said...

Ik ben zeer zeker op de tentoonstelling geweest, zowel in Haarlem als in Rotterdam. De haarstukjes waren te zien bij beide tentoonstellingen.
Het boek vond ik wel degelijk een waardevolle aanvulling. Hierin staat namelijk meer de achtergrond beschreven van de boeken en objecten. Meer dan er bij de tentoonstelling werd verteld.

 
At 8:42 p.m., Blogger Bibliofilos said...

Tja, domme vraag, of je de tentoonstelling bezocht hebt. Ik geniet zeer van je stukjes over Büch, Rick! Büch in Leiden 1 & 2 waren top!

 

Een reactie posten

<< Home